IK BEN... Marianne en Kitty: Waar liefde is, voelt thuis nooit ver weg
Zussen Marianne en Kitty maken het verschil als mantelzorger en vrijwilliger. In de woonzorgcentra van Land van Horne kunnen cliënten zoveel mogelijk het leven leiden dat ze van thuis gewend zijn. De hulp van mantelzorgers en vrijwilligers is hierbij van onschatbare waarde. In zorgcentrum Hieronymus in Weert staan Marianne en Kitty dagelijks klaar voor hun moeder Mia (94). En of dat nog niet genoeg is, ondersteunen de twee zussen ook in de zorg voor andere bewoners.
“Toen wij klein waren, zorgde mam voor ons. Nu is het onze beurt om voor haar te zorgen.”
Voor Marianne Velter en Kitty Maas voelt mantelzorg niet als een opgave. Het is een vanzelfsprekendheid. Toen hun moeder eind 2022 ziek werd, maakten de zussen direct hun agenda leeg. “Door de combinatie van Parkinson en een urineweginfectie raakte mam in een zware delier. Ze was volledig de weg kwijt, wist niet meer waar ze was en raakte van de been. Ruim een maand zijn we dag en nacht bij haar geweest. Tot het echt niet meer ging en zelfs thuiszorg aangaf dat ze haar niet konden helpen”, vertelt Marianne die jarenlang als verpleegkundige in SJG Weert werkte.
Een nieuw thuis
Na een ziekenhuisopname kon hun moeder eind december 2022 terecht in zorgcentrum Hieronymus. Daar krabbelde ze langzaam op. “Ons mam heeft temperament, die maak je niks wijs. Na drie weken zei ze: ‘Ik ga weer naar huis, dit is mijn huis niet.’ Ik heb haar verteld dat dat niet meer kon. Dat was even slikken voor haar, maar daarna vond ze toch haar draai.”
Dat Hieronymus inmiddels als haar nieuwe thuis voelt, dankt Mia aan het zorgteam dat elke dag voor haar klaar staat en haar de ruimte biedt om zoveel mogelijk haar eigen leven te leiden. Toch zijn het op de eerste plaats haar kinderen die haar het thuisgevoel bezorgen. Al sinds het overlijden van haar man in 2009 zijn zij er dagelijks voor haar. Eerst in Boshoven, later aan de Kerkstraat in Keent en ook nu op de somatische afdeling van Hieronymus blijven zij als mantelzorger naast haar staan om te helpen.
Wat je geeft krijg je terug
Marianne en Kitty wisselen elkaar af zodat er elke dag iemand bij hun moeder is. Om de week komt ook hun broer Math op bezoek. De kinderen leggen schone kleding klaar, zetten koffie, smeren boterhammen of helpen mam bij de gang naar het toilet.
Daarnaast gaat Marianne elke dinsdagmiddag met haar naar de bingo.
“Het voelt goed om te zorgen. Wat je geeft, krijg je in de vorm van dankbaarheid weer terug. Ook van zorgmedewerkers. Als de communicatie met mam wat stroef verloopt, vragen ze om advies. ‘Zeg Marianne, jij kent mam het best, hoe zou jij dat aanpakken?’ Dat voelt goed”, zegt de Weertse die als eerste aanspreekpunt voor het zorgteam de administratie en agenda voor haar moeder beheert.
Daarnaast praat Marianne als lid van de Cliëntenraad mee over zaken die van belang zijn voor het welzijn van cliënten en hun mantelzorgers. “Het project Samen Doen is daar een mooi voorbeeld van. De rol van mantelzorgers en vrijwilligers wordt steeds belangrijker binnen Land van Horne. Dankzij hun inzet verloopt de overgang van thuis naar het verpleeghuis voor cliënten veel soepeler. Het laatste wat je als kind wil, is je ouders het gevoel geven dat ze gedumpt zijn.”
Handen uit de mouwen
Sinds de zomer van 2024 hebben de twee zussen er nog een taak bij in Hieronymus. Als zij niet bij hun moeder op de eerste verdieping zijn, steken de zussen een etage hoger de handen uit de mouwen als vrijwilliger. Ontbijt klaarmaken, tafel dekken, afwassen, eten en drinken rondbrengen; om beurten doen ze verschillende, ondersteunende werkzaamheden. “We lazen de oproep en hebben ons aangemeld. Zo zijn we erin gerold. Hartstikke leuk”, vertelt Kitty. “Het meest geniet ik van de gesprekjes met bewoners. De spontane begroeting als ik binnenkom. ‘Hé Kitty, waat bisse toch weer schoeën aan!’ En dan volgt er vaak een heel verhaal. Als ik dan zeg ‘Nu moet ik gaan, anders krijg ik ruzie met de baas’, moeten ze hard lachen.”
Een luisterend oor
Marianne vult aan: “Als je eenmaal het vertrouwen van mensen hebt, kun je een potje breken. Net als ieder ander hebben deze bewoners behoefte aan aandacht. Een luisterend oor in goede en slechte dagen. Zorgmedewerkers hebben in de drukte vaak niet de tijd voor een wat langer gesprek. Als vrijwilligers hebben we die ruimte wel. En dat wordt gewaardeerd. Door cliënten en ook door het zorgteam dat op deze manier wordt ontlast.”
Als het werk op de tweede etage erop zit, schieten ze vaak nog even bij mam binnen. Even kijken hoe het gaat. Of ze nog iets nodig heeft. “Toen mam in Hieronymus kwam wonen, wilde ze terug naar huis. Nu zegt ze: ‘Ik ben hier op mijn plaats’. Dat is fijn, dan ga je als mantelzorger met een heel ander gevoel naar huis.”