04-07-2024

Een zorghart stopt niet met kloppen als je met pensioen gaat

Met een diepe buiging nam Land van Horne eind juni afscheid van André Meulendijks (66). Een boegbeeld in de specialistische zorg voor kwetsbare ouderen in deze regio. Na ruim 35 jaar draagt de specialist ouderengeneeskunde de leiding van de medische dienst over aan zijn jongere collega Anne Timmermans. We spraken hen op hun laatste, gezamenlijke werkdag in het Behandelcentrum in Weert. Over de ouderenzorg van vroeger en nu en de ontwikkelingen die komen gaan. En over de liefde voor het vak.

Zijn naderende pensioen zorgt voor gemengde gevoelens. Er is zoveel om naar uit te kijken. De verre reis naar Nieuw-Zeeland. Lekker toeren op de racefiets. Genieten van zijn kleinkinderen. Maar toch. “Het werk ga ik missen. Het dagelijks contact met cliënten. Hun vertrouwen winnen. Mensen helpen om met hun kwetsbaarheid om te gaan en zo lang mogelijk zelfstandig te blijven.”

 

André Meulendijks neemt ons mee terug naar de winter van 1988, toen hij als arts zijn opwachting maakte in verpleeghuis St. Martinus. “Met 150 bedden, twee ‘dokters in verpleeghuis’ en een huisarts voor de dagbehandeling was het kleinschalig en overzichtelijk. Iedereen kende elkaar, er was veel tijd en aandacht voor de bewoners. Het personeel ging mee boodschappen doen en organiseerde vakanties voor cliënten.”

 

De ouderenzorg kende nog geen personeelstekorten, zoals nu. Integendeel. Toen André in 1985 als dokter afstudeerde, stonden 3000 artsen in de WW. De eerste jaren in St. Martinus ging het voor de verpleeghuisarts niet bepaald van een leien dakje. “Omdat ons vak nieuw was, werden ze niet voor vol aangezien. “Veel huisartsen en medisch specialisten keken op ons neer. We hebben écht moeten knokken om de specialistische zorg voor kwetsbare ouderen als volwaardig vak op de kaart te zetten. Dat is gelukt. Onze expertise wordt nu breed onderkend.”

 

 DSC09473-voorkeur-Andre.jpg

Een fijne dag

De afgelopen 35 jaar zag hij de zorg voor kwetsbare ouderen ingrijpend veranderen. Doordat de vraag naar ouderenzorg sterk toenam, waren er steeds meer verpleeghuizen nodig. Onder de vlag van Land van Horne en de bezielende leiding van André Meulendijks groeide de medische dienst uit tot een team van ruim 25 professionals die specialistische ouderenzorg bieden op 14 behandellocaties, bij de GGZ en 17 huisartsenpraktijken in de regio. “De kwaliteit van de zorg is sterk verbeterd. Denk aan de preventie en behandeling van doorligwonden. Ook hebben cliënten nu meer privacy en comfort.”

 

Mensen behandelen is allang geen doel meer op zich, meer dan ooit staat de kwaliteit van het leven centraal. “Elke cliënt heeft recht op een fijne dag. Dat vraagt om aandacht voor het welzijn, maar ook om goede, medische en verpleegkundige zorg. Wat mij betreft kan daar geen discussie over zijn. Ook als je op hoge leeftijd benauwd bent of je heup breekt, moeten we je kunnen helpen zodat je nog zo lang mogelijk kunt genieten van het leven dat je rest. Binnen de ethische grenzen die we samen met de cliënt en familie streng bewaken”, licht de scheidend manager toe.

 

Zorgen in een netwerk 

De samenleving blijft in beweging, weet ook specialist ouderengeneeskunde Anne Timmermans die met trots het managementstokje van André overneemt. Ouderen zo lang mogelijk actief en zelfstandig houden, is anno 2024 het credo. Een opname in het verpleeghuis komt pas in beeld als de zorg thuis te complex wordt. “Dat betekent dat we zorg en welzijn steeds meer in netwerken thuis rond de cliënt gaan organiseren. Om kwetsbaarheid vroegtijdig op te sporen en mensen goed te kunnen helpen, moeten de schotten tussen instanties weg. We gaan onze expertise delen met onze partners, waaronder de huisartsen, wijkzorg, casemanagers dementie, de gemeente, welzijnsinstellingen en burgerorganisaties. Die slag zijn we aan het maken, we bundelen al de krachten met 17 huisartsenpraktijken in de regio. Nu doen we jaarlijks zo’n 600 consulten aan huis. Dat gaan er veel meer worden”, zegt Anne die ernaar uitkijkt om de ouderenzorg samen met haar team klaar te maken voor de toekomst. “In alle veranderingen van de afgelopen jaren, is er één stabiele factor. Het team, onze mensen. Zij zorgen met hart en ziel. Die passie voor het vak zit er in en gaat niet meer weg.”

 

André knikt instemmend. Ook zijn zorghart blijft kloppen nu hij met pensioen gaat. “Om dat gevoel niet helemaal te hoeven missen, blijf ik vier uur per week consulten doen.”